A.A.J.M. Beenackers

 

Handleiding Dossiervoering Geestelijke Gezondheidszorg

 

Uitgeverij Eburon, Delft, vierde druk 2005

ISBN 90-5972-080-6

 

(eerdere drukken: 1995, 1999 en 2002)

 

Verkrijgbaar via de boekhandel en te bestellen bij de uitgever: www.eburon.nl (prijs 16 €uro)

Klik voor vergroting afbeelding

 

 

Samenvatting van de inhoud

 

In dit boek worden dossierrichtlijnen gepresenteerd die de hulpverlener helpen bij het opstellen van een behandelplan, het consequent uitvoeren van een behandeling, het periodiek evalueren en zonodig bijstellen van de behandeling alsmede het schrijven van de noodzakelijke brieven aan bijvoorbeeld huisartsen en verwijzers.

    Over het algemeen zijn in alle hulpverlenende sectoren de patiëntendossiers van slechte kwaliteit. Ze worden teveel vanuit een administratief gezichtspunt ingericht en te weinig vanuit de optiek van de behandelaar. In het gunstigste geval staat in het dossier de patiënt centraal, maar ook dat is niet ideaal. Een goed dossier is niet toegesneden op de problematiek van de patiënt maar op de problematiek van de hulpverlener.

    In dit boek wordt het patiëntendossier gepresenteerd als een hulpverleningsinstrument. De dossierrichtlijnen hebben het karakter van behandelingsvoorschriften. Ze helpen de hulpverlener om effectiever en efficiënter te werken, terwijl ze zijn vrijheid van handelen vergroten, omdat hij weer primair zelf verantwoordelijk wordt voor zijn doen en laten. Het dossier verandert daardoor van een blok aan het been van de hulpverlener tot een steunpilaar. (Voor meer informatie: zie Samenhang Publicaties GGz)

 

 

Recensies

 

‘Na het lezen van dit boek is werken met het cliëntendossier nooit meer hetzelfde. Beenackers timmert met zijn pleidooi voor goede dossiervoering al heel wat jaren aan de weg. De conclusie dringt zich op dat zijn nederig en ondankbaar handwerk van onschatbare waarde is. Beenackers slaagt erin grote verbeteringen in de dossiers aan te brengen. Door zijn vasthoudendheid, zijn scherpe en droge pen, maar vooral ook door zijn positieve grondhouding van waaruit hij hulpverlenersland steeds nieuwe en bruikbare dossierrichtlijnen aanreikt. Hij biedt ze in pasklare vorm aan. We hoeven ze alleen maar over te nemen.’ Michel van Dijk in het tijdschrift Sociale Psychiatrie.

 

‘Beenackers hanteert geen benadering vanachter het bureau. Nee, hij is een praktijkmens. Als hij de vormgeving van de dossiers bespreekt, komt hij bijvoorbeeld met heel concrete oplossingen voor praktische vragen die zich voordoen. Om het de lezer gemakkelijk te maken zijn zelfs de meest bruikbare merken en typen snelhechtmappen al in de tekst opgenomen. Daarmee komt een andere kant van Beenackers naar voren, die we ook uit eerdere publicaties kennen, namelijk zijn eigenzinnige, persoonlijke aanpak. In dit boek komt men daar allerlei voorbeelden van tegen. Zo stelt hij voor om alle belangrijke informatie over de hulpverlening (na het intakeverslag) in het dossier op te nemen in de vorm van brieven aan de huisarts. Die brieven zouden allemaal in de ik-vorm geschreven moeten worden om te benadrukken dat uiteindelijk de individuele hulpverlener verantwoordelijk is voor de inhoud van het behandelplan en de voortgang van de hulpverlening. En daarop dus ook aanspreekbaar is. Vanzelfsprekend zijn voorbeelden van dergelijke brieven in het boek opgenomen. Ook schetst Beenackers in een slothoofdstuk het juridisch kader, dat antwoord geeft op steeds terugkerende vragen bij de bespreking van dergelijke dossierrichtlijnen.’ Henk Verburg in het Maandblad Geestelijke volksgezondheid (MGv).

 

‘Een buitengewoon prettig leesbaar boek over een eveneens buitengewoon belangrijk aspect van de zorg, dat tot voor enkele jaren in de praktijk buitengewoon ernstig was verwaarloosd: helder, toegankelijk en ondersteunend.’ Ton van den Berg in Van Analyse tot Zorginnovatie.

 

Terug naar hoofdpagina